Een baby maakt vanaf de geboorte al gericht oogcontact. Aanvankelijk zijn dit korte momenten, bijvoorbeeld tijdens de (borst)voeding. Deze momenten duren steeds langer. Door uw baby goed te observeren leert u hem goed kennen. Als het oogcontact maakt, staat het kindje open voor communicatie. De baby reageert met lichaamstaal (mimiek, beweging) en geluidjes op zijn omgeving. Het maakt al snel oogcontact met personen van wie het de stem nog uit de baarmoeder kent. Een baby van ongeveer zes maanden kan al aardig met zijn omgeving communiceren. Het maakt oogcontact met de ander en geniet van het om de beurt geluid maken. Maar de baby kan ook al aangeven dat de communicatie afgelopen is door zijn hoofd weg te draaien. Vraag het kind u aan te kijken of wacht tot het u aankijkt voordat u gaat praten. Overdrijf dit niet. Sommige kinderen vertellen zonder oogcontact makkelijker als er iets aan de hand is, omdat oogcontact het moment voor hen te intens maakt.