Vragen stellen

Een kind is van nature heel nieuwsgierig. Het wil de wereld om zich heen ontdekken. Zodra het kind ertoe in staat is, zal het u dus vragen gaan stellen om maar zo veel mogelijk te weten te komen. Uw geduld wordt hierdoor misschien op de proef gesteld, maar het is een van de meest waardevolle manieren waarop een kind iets leert. Er zijn fases te onderscheiden in het vraaggedrag van uw kind.

Wat is dat?

Als het kind ongeveer 20 maanden oud is zal het u het liefste de hele dag door vragen: ‘Wat is dat?’ of iets van: ‘Datte nou?’. Zelfs als uw kind het antwoord eigenlijk best wel weet. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door zijn drang om te leren. Anderzijds weet het kind dat het door vragen te stellen de aandacht krijgt. Bovendien begrijpt het kind nog niet alles meteen. Het snapt de uitleg stukje bij beetje en zal steeds weer hetzelfde vragen totdat het hem helemaal duidelijk is. Het is verstandig om gewoon antwoord te geven wanneer uw kind ‘Wat is dat?’ vraagt. Als u het vermoeden hebt dat uw kind het antwoord op zijn vraag zelf al weet kunt u de rollen omdraaien en hem vragen: ‘Wat denk jij?’. Zo voorkomt u dat het kind zijn vraag zal blijven herhalen en bovendien stimuleert u uw kind zo om zelf na te denken. Als het kind ouder wordt zal het er waarschijnlijk genoeg van krijgen om steeds maar ‘Wat is dat?’ te vragen. Dan gaat het kind over op de vraag ‘Waarom?’.

Waarom?

Als het kind 24 maanden of ouder is zal het tal van keren per dag ‘Waarom?’ zeggen. Ook deze vraag komt voort uit zijn honger naar kennis en uit de behoefte aan aandacht. Bovendien krijgt uw kind al veel voldoening uit het stellen van een vraag en het krijgen van een antwoord. Het is beter om de vragen van het kind naar het 'waarom' niet te negeren want daarmee onderdrukt u zijn nieuwsgierigheid, wat weer negatieve gevolgen heeft voor zijn drang om te leren. Bovendien raakt uw kind misschien erg gefrustreerd wanneer u zijn vragen negeert. Het kind kan hierdoor namelijk het idee krijgen dat het totaal geen invloed meer heeft op zijn omgeving. Probeer dus antwoord te geven op elke vraag. Soms kunt u een wedervraag stellen: ‘Waarom denk jij?’. Hierdoor leert het kind zelf na te denken. Als uw wedervragen hem irriteren dring dan niet aan maar geef het antwoord zelf. Als het kind ouder wordt en zijn communicatieve vaardigheden beter zijn ontwikkeld zal het steeds minder naar het 'waarom' vragen.